Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Trekt morgen [28]tot hen af; ziet, zij komen op bij den opgang van [29]Ziz; en gij zult hen vinden in het einde [30]des dals, voor aan de woestijn van Jeruel. 28. Dit wordt alzo gezegd ten aanzien van de gelegenheid der stad Jeruzalem, die in een hoge plaats gelegen was. Zie Gen.46:4. 29. De naam ener plaats, hebbende de woestijn Engedi oostwaarts, en de woestijn Jeruel, van welke in het einde van vs.16 gesproken wordt, westwaarts. 30. Anders, beek.